Als u de uitspeelvorm 2 tegen 1 voor de eerste keer doet, is het belangrijkste om voor te zorgen dat de vorm goed en soepel loopt. De meest eenvoudigste versie die u hiervoor kunt gebruiken is de volgende:
Verdedigen 2 doeltjes, aanvallen lijn, start pass verdediger
De verdediger start met de bal, speelt de bal naar de aanvallers en als zij de bal ontvangen, wordt er 2 tegen 1 gespeeld. De aanvallers kunnen scoren door over een lijn heen te dribbelen, de verdediger kan scoren door de bal te veroveren in in één van de twee doeltjes te schieten. Als er gescoord wordt of de bal uit gaat, haalt de verdediger de bal op en iedereen gaat weer terug naar zijn beginpositie. Als het veld vrij is, dan starten de volgende spelers (4, 5 en 6).
We kiezen lijnvoetbal voor de aanvallers, omdat dit echt leert om de verdediger uit te spelen. We kiezen twee kleine doeltjes voor de verdediger, omdat je wilt dat de verdediger relatief makkelijk kan scoren als de bal veroverd wordt. We kiezen voor een pass door de verdediger omdat dit de duidelijkste organisatievorm is en de volgende spelers al op de juiste positie klaar staan, terwijl de vorige 2 tegen 1 nog wordt gespeeld.
Sommige trainers zullen zeggen dat het je in de wedstrijd ook niet de bal naar de tegenstander speelt, maar dat verandert niets aan de essentie van de oefenvorm. Als u deze vorm organisatorisch goed onder de knie heeft, dan kunt u verder gaan naar andere variaties. Daarnaast is het door deze manier van verdedigen het goed vol te houden voor de verdedigers, omdat ze om de beurt gaan.
Door de aanvallers en verdedigers goed te verdelen, voorkomt u lange wachttijden en kunt u deze vorm makkelijk met 9-15 spelers doen, maar u kunt deze ook al met een kleinere groep doen. De verdeling ziet er als volgt uit:
6 spelers: 4 aanvallers, 2 verdedigers
7 spelers: 4 aanvallers, 3 verdedigers
8 spelers, 6 aanvallers, 2 verdedigers
9 spelers, 6 aanvallers, 3 verdedigers
10 spelers: 8 aanvallers, 2 verdedigers
11 spelers: 8 aanvallers, 3 verdedigers
12 spelers: 8 aanvallers, 4 verdedigers
13 spelers: 10 aanvallers, 3 verdedigers
14 spelers: 10 aanvallers, 4 verdedigers
15 spelers: 12 aanvallers, 3 verdedigers
We kiezen bewust voor een even aantal aanvallers, omdat spelers dan 2-tallen kunnen maken en ze altijd met dezelfde medespeler spelen. Dit maakt de oefenvorm duidelijker. Als de spelersgroep of jij als trainer verder bent, dan kun je ook met oneven aanvallers werken, waarbij ze steeds als ze aan de beurt zijn, moeten overleggen wie er samen gaan spelen.
Hoofdstukken Uitspeelvorm 2 tegen 1
Waarom deze oefenvorm in je training opnemen?
Hoe organiseer je deze oefenvorm?
Keuze in spelregels en variaties
Het creëren van beleving en introduceren puntentelling
Het coachen van de aanvallers
Het coachen van de verdediger