In het vorige deel hadden we het over hoe je gridding kon gebruiken om wedstrijdsituaties in het 11 tegen 11 voor spelers duidelijker te maken. Maar gridding is niet alleen geschikt voor de wedstrijd, je kunt dit principe ook gebruiken op de training. In dit deel enkele voorbeelden van oefenvormen die gebruik maken van gridding. Deze oefenvormen zijn eenvoudig aan te passen en als basis te gebruiken om ook op jouw training ook gebruik te maken van gridding.

Tekst: Marcus DiBernardo | Vertaling: Paul van Veen

Oefenvorm 1: Compact verdedigen
In deze vorm spelen we 9 tegen 9 op een half veld. Het speelveld wordt opgedeeld in 9 zones: 3 zones in de breedte en 3 zones in de lengte.
  In deze vorm gelden de volgende regels:
- Als de bal in één van de zones op een vleugel is, dan mag het verdedigende team maximaal in twee verticale zones én maximaal in twee horizontale zones staat. Hierbij dwing je spelers dat ze allemaal naar de bal toe kantelen
- Het aanvallende team moet te allen tijde alle drie de zones in de breedte bezetten, om zo de volledige breedte van het veld te benutten
- We spelen met buitenspel
 
Deze vorm is uitermate geschikt om spelers verdedigend goed te positioneren en leert ze ruimtelijk te oriënteren door middel van gridding.


Oefenvorm 2: De aanval ondersteunen
In deze tweede oefenvorm wordt, waarin we een partijspel 3 tegen 3 spelen op 4 doeltjes, wordt het veld in 3 zones opgedeeld.  
In deze vorm geldt één bijzondere regel:
- Het aanvallende team moet altijd minimaal één speler in de middelste zone hebben wanneer ze scoren

Door deze eenvoudige regel zal het aanvallende team er voor zorgen dat ze altijd iemand op het middenveld de aanval ondersteunt. De grid zorgt ervoor dat de afstanden goed zijn en dat de bal er altijd uit gehaald kan worden om het spel te verplaatsen. Natuurlijk is deze vorm ook met andere aantallen te doen. Bijvoorbeeld 5 tegen 5 en minimaal 2 spelers in het middelste vak.

Oefenvorm 3: Breed houden in de aanval
In deze laatste oefenvorm spelen we wederom een partijspel 3 tegen 3 op 4 doeltjes. Nu is het veld in de breedte opgedeeld.
 
Ook in deze vorm hebben we één regel:
- Het aanvallende team moet, op het moment dat het scoort, één speler in iedere zone hebben.

Het verdedigende team heeft geen beperkingen. Door deze regel zullen automatisch het veld breed houden zonder dat de coach ook maar iets hiervoor hoeft te zeggen. Ook hier is het vanzelfsprekend mogelijk om deze oefenvorm in andere aantallen te doen.