In dit artikel vind je de oefenvormen die horen bij het artikel over CogiTraining van Willem II (
deel 1,
deel 2).
Stervorm (1) - zonder bal
Organisatie
• Stervorm (25 x 40 meter)
• Spelers starten met vier tegelijk, vanaf elke pylon één, richting het midden
• Spelers lopen rechts langs de hoedjes en draaien in de middelste ruit links om de pylon (afwisselen met links lopen en naar rechts draaien)
• Tussen poortje en middelste ruit, en tussen middelste ruit en poortje worden de volgende bewegingen uitgevoerd: hakken-billen en knieheffen (een-twee-drie roepen en dubbele klap), korte trippelings, liezen naar binnen en buiten (met handjeklap, iedereen zelfde en hetzelfde ritme), zijwaartse beweging, kruispassen en gekruiste coördinatieoefeningen
Coaching
• Spelers dienen tegelijk bij pylon aan te komen, dus samenwerking en goede startpositie zijn cruciaal voor goede uitvoering
• Korte passen
• Bovenlichaam rechtop
• Bewegen op voorvoeten
Stervorm (2) - met bal
Organisiatie
• Stervorm (25 x 40 meter)
• Spelers starten met vier tegelijk (vanaf elke pylon één), of met twaalf tegelijk (vier rechtdoor, vier schuin en vier door poortje (verhoogt moeilijkheidsgraad)
• Afwisselend dribbelen met links en rechts richting middelste ruit, links van pylon starten is dribbelen met links en andersom
• Bij links dribbelen in middelste ruit rechtsom de pylon draaien en andersom
• In middelste ruit bal in 'eigen' vakje laten liggen en bal meenemen uit vakje na draai om pylon
• Dribbelen met kapbeweging bij middelste ruit en poortje, 'Zidane'-passeerbeweging bij poortje en talloze andere bewegingen kunnen worden geoefend
Coaching
• Spelers dienen tegelijk bij pylon aan te komen, dus moeten goed naar elkaar kijken
• Maak oefening zo complex mogelijk
• Goede technische uitvoering
• Cruciaal in deze vorm is met welk been de oefening uitgevoerd wordt (bal raken in werkzone = buitenkant i.p.v. Drukzone = binnenkant)
Passen en trappen met externe focus (1)
Organisatie
• Speler 1 passt naar 2, speler 6 naar 7
• Speler 2 passt naar 8, speler 7 naar 3
• Speler 1 kaatst met 3, speler 6 kaatst met 8
• Speler 3 passt naar 4 en die naar 5; speler 8 passt naar 9
en die naar 10
• Speler 1 gaat na kaats naar positie speler 2, speler 6 na
kaats naar positie speler 7
• Op elke andere positie loopt speler z'n pass achterna,
maar hiermee variëren om moeilijkheidsgraad te vergroten
Coaching
• Speler 3 kaatst met rechts en passt met links, speler 8 andersom
• Oefening moet links en rechts synchroon lopen, dus spelers moeten goed naar elkaar kijken en bal- en looptempo op elkaar afstemmen
• Werken met vijf stroken die zichtbaar zijn, elke handeling in andere strook.
• Bal dus aan juiste kant langs pylonen en hoedjes (door poortjes) en spelen met voet die het verst van de tegenstander is
Passen en trappen met externe focus (2)
Organisatie
• Spelers 1-4 + 10 en 11 werken onderin de oefening, spelers 5-9 en 12 bovenin
• Spelers 1, 2, 5 en 6 starten tegelijk, 3, 4, 7, 8 reageren daarop
• Spelers 1, 2, 5 en 6 dribbelen naar midden en passen schuine ballen door het poortje op de lopende 7, 8, 3 en 4 en sluiten aan zijkant oefening aan
• Met buitenste been dribbelen en passen (in werkzone)
• Tegendraads doorbewegen, niet je bal achterna!
Coaching
• Oefening moet boven- en onderin synchroon lopen, dus spelers moeten goed naar elkaar kijken en bal- en looptempo op elkaar afstemmen
• Makkelijker maken door met twee ballen te starten
• Passes door het poortje (tellen om te groeien)
• Spelers die de pass ontvangen doen dat direct in de goede speelrichting