Je ziet het helaas nog te vaak op de verschillende trainingsvelden. Spelers die in een lange rij staan te wachten op hun beurt om op het doel te mogen schieten. Dit is natuurlijk zonde van de kostbare tijd. Door iets creatiever te zijn en iets meer energie te steken in de voorbereiding, kun je zorgen voor minder wachttijd en haal je meer uit jouw training.
 
Tekst: Paul van Veen

Is het doelschieten op de training wel wedstrijdecht? Dat is niet de discussie die hier gevoerd moet worden. Feit is wel dat veel spelers veel plezier beleven aan dit onderdeel op de training, dus is het logisch dat er vaak door trainers voor gekozen wordt. Maar om te kiezen voor spelers die niets in de rij staan te doen, dat is natuurlijk weer zonde. We zien natuurlijk niet graag dit beeld op de training:


Spelers schieten dan bijvoorbeeld 1x per 2 of 3 minuten een bal en zijn de rest van de tijd bezig om te wachten op hun beurt.

De allereerste tip is dat je als coach bij grote aantallen spelers als coach nooit de blauwe speler mag zijn. Waarom niet? Dit is namelijk de speler die de meeste ballen aanraakt en de training is voor de spelers om vaak de bal te raken, niet voor de spelers. Daarnaast zorgt dit weer voor een 10-15% extra wachttijd.

Daarnaast moet je goed kijken naar het aantal spelers. Ben je met 7 of 8 spelers, dan zal de wachttijd in de rij minimaal zijn. Ben je met 12 of zelfs 14 spelers aan het trainen? Dan is het eigenlijk wel belangrijk om een tweede activiteit neer te zetten.
De truc om de wachttijden te verlengen is om een andere activiteit neer te zetten.

Voorbeeld 1: Zet een tweede vorm (bijv. positiespel) neer



De meest eenvoudige oplossing is om een tweede vorm er naast te zetten. Zo kun je bijvoorbeeld 6 spelers in een 4 tegen 2 laten spelen, terwijl de andere 6 spelers aan het doelschieten zijn. Na enkele minuten wissel je de groepen om.

Om een extra dimensie te geven, kun je de teams tegen elkaar laten strijden. Welke groep scoort het meeste aantal doelpunten binnen 5 minuten doelschieten? Jij als trainer kan dan jouw aandacht en coaching bij het positiespel houden, want bij het doelschieten gaat het automatisch goed.


Voorbeeld 2:  Werk op twee doelen



Indien je twee doelen tot je beschikking hebt, kun je ook twee doelen neer zetten. Op deze manier kun je ook eenvoudig twee teams tegen elkaar laten spelen en kijken welk team het eerst 10 doelpunten maakt. Wanneer je geen twee keepers hebt, kun je ervoor kiezen om een speler van het blauwe team op het doel te laten staan waar de gele spelers moeten scoren.

Voorbeeld 3: Pass- en trapvorm





Bij het standaard doelschieten (kaatser inspelen en kaatsen), rolt er maar 1 bal. Op het moment dat je hier een pass- en trapvorm voor zet, dan kan de tweede bal (of soms derde) al onderweg zijn, terwijl de eerste bal nog geschoten moet worden. Dit betekent automatisch dat er meer spelers betrokken zijn en er minder spelers ‘niets’ staan te doen. Er zijn natuurlijk legio mogelijkheden in de keuze voor een pass- en trapvorm.

Voorbeeld 4: Dribbelparcours



Ook een dribbelparcours is mogelijk als tweede vorm. In deze vorm kiezen we ervoor om spelers op de terugweg een dribbelparcours te laten afleggen. We kiezen er bewust voor om dit op de terugweg te doen, omdat anders spelers vaak aan het wandelen zijn met de bal en dit ook gezien kan worden als verloren tijd, net zoals het wachten in de rij.


Voorbeeld 5: Wedstrijdvorm dribbelparcours



Vaak worden spelers fanatieker als er iets te winnen valt. Wanneer je twee dribbelparcours naast elkaar zet en spelers tegen elkaar laat strijden wie het eerst bij de finish is, dan worden spelers vaak meer uitgedaagd. De winnaar mag dan als eerste van de twee spelers aansluiten in de rij om te schieten.


Voorbeeld 6: 1 tegen 1 op de terugweg



Er zijn natuurlijk nog meer mogelijkheden op de ‘terugweg’. Denk bijvoorbeeld aan een uitspeelvorm 1 tegen 1 in vakken. Lukt het je om door de vakken heen te komen? Dan mag je door naar het doelschieten, anders blijf je nog even als verdediger.

En er zijn nog veel meer opties!
Natuurlijk zijn er nog veel meer opties, zolang je maar kiest voor een tweede vorm die doorstroomt. Het is zonde om als je maar twee keer per week traint spelers te laten wachten op hun beurt. Het kost je iets meer tijd en creativiteit als coach, maar uiteindelijk is het vaak makkelijk te organiseren. Let op dat je bij de keuzes niet laat leiden tot de wachtrij aan het begin, maar het gaat om de startrij tijdens de vorm. Als je uiteindelijk zonder wachtende spelers komt te staan bij de start, dan staan spelers dus ergens anders te wachten en dan ga je er niet op vooruit.

Heb je nog andere tips? Laat hieronder dan jouw reactie achter!