“Wij kiezen ervoor om in een 1:4:1:3-formatie te spelen, omdat dat in onze ogen het best aansluit in de overgang naar 11 tegen 11 een seizoen later.” Joey van der Plas, trainer/coach van Excelsior Maassluis JO11-1, speelt met zijn pupillen in de 9 tegen 9-competitie van de KNVB en kiest bewust voor dit systeem, omdat het in zijn ogen het best past bij de ontwikkeling van zijn spelers. “Volgend jaar gaan deze spelers op een groot veld spelen en daarom proberen wij de wedstrijdsituatie zo realistisch mogelijk na te bootsen.” Echter liep hij wel tegen een probleem aan: veel tegenstanders kiezen er namelijk voor om 1:3:2:3 te spelen, waardoor zijn team vaak in de omschakeling na balverlies een mannetje tekort kwam en in ondertal kwam te staan.
Tekst: Tom Druppers | Beeld: Joey van der Plas
“In balbezit was het geen probleem dat we een andere formatie hanteerden dan onze tegenstander, maar als we de bal dan weer verloren gaven we in mijn ogen onnodig veel ruimte weg.” Hij besloot niet alleen opzoek te gaan naar de oplossing, maar het probleem juist neer te leggen bij zijn spelers. “Ik wil voorkomen dat de kinderen iets gaan uitvoeren puur en alleen omdat ik ze dat opdraag. Natuurlijk had ik best een oplossing voor handen, maar op de lange termijn denk ik dat het leerzamer is als er wordt meegedacht vanuit de spelersgroep.”
En zo geschiedde, want zijn spelers kwamen met een antwoord: voortaan zou een van de twee centrale verdedigers doordekken op de centrale middenvelder als die aangespeeld zou worden. Van der Plas zag echter dat het in de wedstrijden nog niet optimaal verliep en dat zijn centrale verdediger net een stapje te laat was. “Het leuke was dat de spelers dit zelf aangaven en dat we misschien toch iets anders moesten proberen.”
“Dan past het natuurlijk in mijn rol als trainer om hen vervolgens een zetje in de goede richting te geven. We zaten op het goede spoor en met wat kleine aanpassingen zouden we in mijn ogen wél in staat zijn het probleem op te lossen.” Nadat er opnieuw over gesproken was besloten we één van de twee centrale verdedigers wat verder te laten inschuiven als we aan de bal waren op de speelhelft van de tegenstander. Zo kon hij makkelijker druk geven op de bal als we hem daar verloren en hadden we een extra afspeelmogelijkheid bij balbezit.”
Observeren
Tijdens wedstrijden heeft Van der Plas voornamelijk een observerende en controlerende rol. Hij probeert niet te instrueren, maar wel te beïnvloeden, zo zegt hij zelf. “Ik doe zo min mogelijk aan joystick coaching en vertel spelers niet direct wat ze moeten doen, maar als een speler een goede keuze maakt aan de bal geef ik ze een complimentje. Bovendien werkt het in mijn optiek positief stimulerend als een speler opmerkt dat jij ziet wat hij probeert te doen.”
TRAINING 1
VOETBALPROBLEEM: Met onze JO11-1 komen wij uit in de 9v9-Hoofklasse en spelen wij 1:4:1:3 terwijl onze tegenstanders veelal 1:3:2:3 spelen. Op het middenveld kwamen we daardoor vaak een mannetje tekort en hadden we moeite om daar de bal te veroveren.
DOELSTELLING: Het verbeteren van de samenwerking tussen de verdedigers en middenvelders bij het storen rond de middenlijn.
EVALUATIE: Aan het begin van het seizoen hadden we erg veel moeite met deze manier van verdedigen. Doordat we hierdoor veel tegendoelpunten kregen zijn we hier intensief mee aan de slag gegaan op de trainingen en inmiddels lukt het ons steeds vaker om de bal te veroveren rond de middenlijn.
8 tegen 4 rondo
Organisatie
- Dit is de warming-up met bal waaraan alle spelers (12) meedoen. Acht spelers van geel spelen een ronde tegen vier spelers van blauw, waarbij er twee spelers van geel in het midden van het vak staan en zich daar proberen vrij te spelen om het spel daarna weer te verleggen naar een andere kant.
- Na x-aantal minuten wisselen van ondertal dat de bal probeert te veroveren
- Veldafmetingen: 15 m x 20 m
Coaching
- Zorgen voor open balaannames zodat de bal direct doorgespeeld kan worden
- Kijk voordat je de bal ontvangt waar de ruimte is op het veld
- Onderlinge coaching van spelers: kunnen ze doordraaien of moet de bal gekaatst worden?
Variatie
- Makkelijker maken: veldafmetingen aanpassen (kleiner maken) of het ondertal verkleinen naar drie spelers
- Moeilijker maken: veldafmetingen aanpassen (groter maken), maximaal aantal balcontacten voor het achttal of een x-aantal seconden aangeven waarbinnen de verdedigers de bal moeten afpakken
2 tegen 1 (+ doelman)
Organisatie
• 2 tegen 1-situatie met een keeper op een pupillendoel. Er wordt ingedribbeld door een speler van geel, op dat moment start de speler van blauw met oplopen en probeert hij de bal af te pakken.
- Het tweetal probeert d.m.v. samenspel of een individuele actie te scoren. Als de speler van blauw de bal afpakt kan hij scoren in het kleine doeltje aan de overzijde van het veld.
- Veldafmetingen: 20 m x 10 m
Coaching
- Zak door je knieën tijdens het verdedigen
- Tussen de bal en het doel verdedigen
- Probeer druk op de bal te houden en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de andere speler van het tweetal niet aangespeeld kan worden
- Vooruit verdedigen zodat de tegenstander ver van je doel blijft
Variatie
- Makkelijker maken: veldafmetingen aanpassen (kleiner maken), extra verdediger toevoegen (2 tegen 2), tijdsdruk voor de aanvallers of een maximaal aantal balcontacten
- Moeilijker maken: veldafmetingen aanpassen (groter maken), extra aanvaller toevoegen (3 tegen 1) of tijdsdruk voor de verdediger
3 tegen 3 (+ doelman)
Organisatie
- 3 tegen 3 met een keeper op een pupillendoel op een lang, smal veld. Aan de andere kant, net iets buiten het veld, staat een klein doeltje. Het gele drietal start in balbezit en probeert te scoren op het pupillendoel. Wanneer de blauwe ploeg de bal weet te veroveren kunnen zij scoren op het kleine doeltje.
- Het drietal met doelman is het TCT. Vragenderwijs proberen gaandeweg de oefenvorm samen met de spelers proberen tot oplossingen te komen.
- Veldafmetingen: 30 m x 20 m
Coaching
- Wat willen we nu voorkomen?
- Hoe kunnen jullie ervoor zorgen dat jullie teamgenoot niet 2 maar 1 tegenstander heeft?
- Jaag de speler met de bal naar de zijkant.
- Probeer het midden van het veld altijd bezet te houden, want daar staat het doel.
- Vooruit verdedigen zodat de tegenstander ver van je doel blijft
- Stel je t.o.v. je tegenstander aan de binnenkant op, zodat de kortste weg naar het doel afgesloten is.
Variatie
- Makkelijker maken: veldafmetingen aanpassen (kleiner maken), tijdsdruk voor NTCT, maximaal aantal balcontacten of een x-aantal keer overspelen voordat er gescoord mag worden
- Moeilijker maken: veldafmetingen aanpassen (groter maken), overtal voor NTCT (3 tegen 4) of tijdsdruk voor de verdedigers
TRAINING 2
VOETBALPROBLEEM: Met onze JO11-1 komen wij uit in de 9v9-Hoofklasse en spelen wij 1:4:1:3 terwijl onze tegenstanders veelal 1:3:2:3 spelen. Op het middenveld kwamen we daardoor vaak een mannetje tekort en hadden we moeite om daar de bal te veroveren.
DOELSTELLING: Het verbeteren van de samenwerking tussen de verdedigers en middenvelders bij het storen rond de middenlijn.
8 tegen 4 Rondo
Organisatie
- Dit is de warming-up met bal waaraan alle spelers (12) meedoen. Acht spelers van geel spelen een ronde tegen vier spelers van blauw, waarbij er twee spelers van geel in het midden van het vak staan en zich daar proberen vrij te spelen om het spel daarna weer te verleggen naar een andere kant.
- Na x-aantal minuten wisselen van ondertal dat de bal probeert te veroveren
- Veldafmetingen: 15 m x 20 m
Coaching
- Zorgen voor open balaannames zodat de bal direct doorgespeeld kan worden
- Kijk voordat je de bal ontvangt waar de ruimte is op het veld
- Onderlinge coaching van spelers: kunnen ze doordraaien of moet de bal gekaatst worden?
Variatie
- Makkelijker maken: veldafmetingen aanpassen (kleiner maken) of het ondertal verkleinen naar drie spelers
- Moeilijker maken: veldafmetingen aanpassen (groter maken), maximaal aantal balcontacten voor het achttal of een x-aantal seconden aangeven waarbinnen de verdedigers de bal moeten afpakken
5 tegen 4 (+ 2 doelmannen)
Organisatie
- Partijvorm 5 tegen 4 met twee keepers op pupillendoelen. Het blauwe team speelt in een 1:2:2-formatie, de gele ploeg speelt 2:1:1. Er wordt gestart bij de keeper van het vijftal, hij speelt een van de twee middenvelders in. Vervolgens gaat de gele ploeg druk zetten op de bal.
- Na een x-aantal minuten wisselen beide teams van rol, zodoende komen alle spelers in situaties waarin ze in een ondertal moeten storen
- Veldafmetingen: 40 m x 20 m
Coaching
- Wat willen we nu voorkomen?
- Welke oplossingen hadden wij ook alweer bedacht?
- Hoe kunnen jullie ervoor zorgen dat jullie teamgenoot niet 2 maar 1 tegenstander heeft?
- Jaag de speler met de bal naar de zijkant.
- Probeer het midden van het veld altijd bezet te houden, want daar staat het doel.
- Vooruit verdedigen zodat de tegenstander ver van je doel blijft
- Stel je t.o.v. je tegenstander aan de binnenkant op, zodat de kortste weg naar het doel afgesloten is.
Variatie
- Veldafmetingen aanpassen (groter / kleiner maken)
5 tegen 5 (+2 doelmannen)
Organisatie
- Een (eind)partijvorm 5 tegen 5 waarin de aandachtspunten van de trainingsweek herhaald worden. De wedstrijdsituatie wordt nagebootst doordat het gele team in een 2:1:2-formatie speelt, de blauwe ploeg start vanuit 2:2:1. In balbezit en tijdens de opbouw heeft de blauwe ploeg hierdoor een overtal (2 tegen 1) op het middenveld. Geel is het TCT en moet samenwerken tijdens het storen om de bal te veroveren.
- Veldafmetingen: 40 x 25 m
Coaching
- Rol van de trainer hierin is beperkt: er is sprake van een situatie waarin de spelers uitgedaagd worden om samen tot een oplossing van het probleem te komen. Vragenderwijs probeert hij spelers te prikkelen om zelf met (mogelijke) antwoorden te komen.