“Voorafgaand aan deze trainingsweek speelden wij tegen een ploeg die stoort met een hoge verdedigende lijn. Hierdoor was er voor ons veel ruimte achter hun laatste linie en vaak zijn wij dan op ons best”, zo vertelt Robert Emmelkamp, trainer/coach van 2e Divisionist Be Quick 1887 O19-1. “Echter, de tegenstander van die week daarna koos er in de eerdere wedstrijd voor om geduldig af te wachten ter hoogte van de middenlijn. Hierdoor kwamen we voor een nieuwe uitdaging: hoe konden we ruimte creëren achter hun laatste linie als een tegenstander inzakt?”
Trainingen: Robert Emmelkamp | Tekst: Tom Druppers | Beeld: Robert Emmelkamp
“We zijn toen niet opzoek gegaan naar compleet nieuwe varianten waarmee we de tegenstander konden verrassen, want het is erg moeilijk om de ploeg dit in één week tijd eigen te maken.” Emmelkamp spreekt over ‘principes’ als hij het heeft over de kenmerken van zijn ploeg. “Onze manier van aanvallen veranderde in feite niet, alleen moesten we de ruimte hiervoor zelf creëren.” Het Groningse Be Quick draait dit seizoen mee in de bovenste regionen en treft dus vaker opponenten die kiezen voor een speelwijze met meer defensieve zekerheid.
“Tegenstanders kiezen vaak voor mandekking, maar het komt soms ook voor dat we tegen een ploeg spelen die kiest voor zonedekking. We proberen het daarom altijd zo in te richten dat we in beide gevallen in staat zijn om kansen te creëren.” De trainer vindt het belangrijk dat er veel diepgang zonder bal in zijn team is, omdat de tegenstander dan voor een keuze komt te staan: volgen ze hun directe man, of kiezen ze ervoor de ruimte te verdedigen? “Als een speler van ons een loopactie in de diepte maakt is het belangrijk dat een teamgenoot dan juist naar de bal toe beweegt. Hierdoor heeft de speler in balbezit meerdere opties en afhankelijk van de situatie maakt hij dan een keuze.” Tijdens de oefenvormen brengt hij zijn spelers in meerdere situaties, zodat het steeds duidelijker voor hen wordt welke keuze gewenst is.
De oefenmeester traint drie keer per week met zijn ploeg: op maandag, woensdag en vrijdag. Doordat het trainingsmoment op vrijdag kort voorafgaand de wedstrijd is heeft dit zo zijn voor- en nadelen. “Hierdoor letten we altijd goed op de intensiteit van de training, want de wedstrijd op zaterdag is natuurlijk het belangrijkste en spelers moeten uitgerust aan de aftrap verschijnen. Anderzijds biedt het mogelijkheden om tactisch gezien de laatste accenten te leggen en individueel nog een aantal zaken door te nemen.”
TRAINING 1
VOETBALPROBLEEM: We spelen tegen een tegenstander die het op de eigen helft erg compact maakt en vanuit de omschakeling gevaarlijk wil worden. Door snel balverlies te lijden of uit de organisatie te lopen kunnen we kwetsbaar zijn.
DOELSTELLING: Het creëren van ruimtes voor of achter de laatste linie van de tegenstander door ze te dwingen om een keuze te maken tussen het verdedigen van de ruimte of de speler die zich tussen de linies aanbiedt. Hierbij trainen we de samenwerking aan balkant.
EVALUATIE: In de training werd voor de spelers duidelijk wat de wedstrijdsituatie zou worden en wat er verwacht werd. In de wedstrijd was de uitvoering redelijk. Het wedstrijdbeeld was zoals verwacht, de loopacties werden ook uitgevoerd, alleen de keuzes aan de bal waren matig. Door veel discipline in de omschakeling hadden we de bal echter wel snel weer terug. Positief was de 0-1, die werd gemaakt door onze linkermiddenvelder, nadat hij diepging aan niet balkant.
2 tegen 1: Uitspelen aan zijkant
Organisatie
- 9-18 spelers, één of twee organisaties.
- Speler 7 van geel komt naar binnen en ontvangt de bal van speler 3 van geel. Op dat moment vertrekt speler 2 van geel in de diepte en mag de verdediger actief worden. Vervolgens ontstaat er een 2 tegen 1 situatie.
- Doordraaien: speler 3 van geel naar de positie van speler 2 van geel, speler 2 van geel naar positie van speler 7 van geel, speler 7 van geel naar positie van speler 4 van geel, speler 4 van geel naar positie van speler 5 van geel, speler 5 van geel naar positie van speler 11 van geel, speler 11 van geel naar positie van speler 3 van geel.
- Verdedigers na verloop van tijd wisselen.
Coaching
- Speler 7 van geel kan kiezen voor een dribbel of een dieptepass naar de opkomende speler 2 van geel. Afhankelijk van lichaamstaal verdediger (afwachtend of proactief) moet speler 7 van geel deze keuze maken.
- De snelheid van speler 2 van geel bij het inlopen: wanneer hij te snel gaat is er geen ruimte voor de pass, maar als hij te langzaam is de mogelijkheid tot het geven van een pass er niet.
Variatie
- Een 3 tegen 2 van maken door spelers 3/4 van geel mee te laten doen en twee verdedigers te laten starten.
Positiespel 6 tegen 5
Organisatie
- Positiespel waarbij het zestal (geel) probeert om een speler aan de andere kant van het vak vrij te spelen. Er wordt gestart vanaf speler 4, de andere spelers proberen dan vrij te komen door het maken van een loopactie.
- 11 spelers, één organisatie.
- Lijndribbel aan de korte zijde voor beide teams.
- Bij uitbal weer starten bij speler 4 van geel.
- Teams moeten steeds vanuit juiste formatie starten.
Coaching
- Zorgen dat speler 2 of speler 7 van geel tussen speler 5 of speler 11 van blauw inkomt.
- Diepgang zonder bal: op het moment dat speler 2 van geel wordt ingespeeld vertrekt speler 7 van geel in de diepte. Vervolgens komt speler 9 van geel over om aanspeelbaar te worden en sluit speler 10 van geel bij.
- Een andere optie is dat speler 7 van geel zelf aan de lijn uitzakt en dat speler 10 van geel diepgaat zonder bal. Speler 2 van geel kan vervolgens de as inlopen om de organisatie te bewaken.
Variatie
- Aantal balcontacten minimaliseren (2 of 3 keer raken).
- Moeilijker maken: 5 tegen 5 situatie, waardoor er geen overtal meer is.
Partijspel 9 tegen 9
Organisatie
- Er wordt een partijspel 9 tegen 9 gespeeld waarbij beide ploegen in een 1:3:2:3-formatie spelen.
Coaching
- Principe is dat als één speler tijdens het vrijlopen in de diepte gaat een andere speler zich tussen de linies aanbiedt.
- Uitgangspunt: speler 2 van geel of speler 7 van geel komt aan de lijn tussen speler 5/11 van blauw in. Een andere speler komt in de as waardoor de tegenstander moet kiezen.
- Optie 1: op het moment dat speler 2 wordt ingespeeld vertrekt speler 7 in de diepte. Vervolgens komt speler 9 van geel over om aanspeelbaar te worden en sluit speler 10 van geel aan.
- Optie 2: op het moment dat speler 7 van geel wordt ingespeeld aan de lijn, gaat speler 10 van geel diep zonder bal en komt speler 9 van geel in de bal. Speler 2 van geel kan vervolgens de as inlopen om de organisatie te bewaken.
- Optie 3: Speler 7 van geel komt vrij tussen de linies, doordat NTCP niet doordekt. Speler 3 van geel speelt hem in en speler 7 van geel kan draaien. Speler 9 van geel gaat diep aan balkant, speler 8 van geel aan niet balkant
- Op moment dat er niet vooruit kan worden gespeeld: bal eruit halen en andere kant zoeken.
TRAINING 2
VOETBALPROBLEEM: We spelen tegen een tegenstander die het op de eigen helft erg compact maakt en vanuit de omschakeling gevaarlijk wil worden. Door snel balverlies te lijden of uit de organisatie te lopen kunnen we kwetsbaar zijn.
DOELSTELLING: Het creëren van ruimtes voor of achter de laatste linie van de tegenstander door ze te dwingen om een keuze te maken tussen het verdedigen van de ruimte of de speler die zich tussen de linies aanbiedt. Hierbij trainen we de samenwerking aan balkant.
Afwerken op groot doel 8 tegen 4 + 4
Organisatie
- 2 groepen van 6-10 spelers.
- Twee grote doelen met doelmannen
- Speler 1 past naar speler 2, die draait door en speelt speler 3 over de grond aan. De verwerkt de bal in één keer naar speler 4, die hem klaarlegt, waarna speler 3 afwerkt.
- Na 5-10 minuten wisselen van kant
Variatie
- Speler 3 door de lucht aan laten spelen, waarbij hij hem nog steeds in één keer naar 4 moet verwerken.
9 tegen 9 met afgeschermde flank
Organisatie
- Zijkant van het veld wordt er af gehaald
- TCT speelt 1:3:3:2 p.n.a
- NTCT speelt 1:4:3:3: p.n.v.
Coaching
- Principe is dat als één speler in de diepte gaat een andere spelers zich tussen de linies aanbiedt
- Uitgangspunt: speler 2 of speler 7 van geel komt aan de lijn tussen speler 5/11 blauw in. Andere speler komt in de as waardoor de tegenstander moet kiezen
- Optie 1: op het moment dat speler 2 wordt ingespeeld vertrekt speler 7 in de diepte. Vervolgens komt speler 9 over om aanspeelbaar te worden en sluit speler 10 bij.
- Optie 2: op het moment dat speler 7 wordt ingespeeld aan de lijn, gaat speler 10 diep zonder bal en komt speler 9 in de bal. Speler 2 kan vervolgens de as inlopen om de organisatie te bewaken.
Variatie
- In plaats van een hoekschop na een uitbal weer laten starten bij de doelman.
Partijspel 11 tegen 11
Organisatie
- Ter voorbereiding op de wedstrijd wordt er een partijspel 11 tegen 11 gespeeld, waar de wedstrijdsituatie wordt nagebootst en het TCT probeert aan de doelstelling te voldoen (creëren van ruimtes voor of achter de laatste linie van de tegenstander).
- TCT speelt 1:4:3:3 p.n.a.
- NTCT speelt 1:4:3:3 p.n.v.
Coaching
- Optie 1: op moment dat speler 2 van geel wordt ingespeeld vertrekt speler 7 van geel in de diepte. Vervolgens komt speler 9 van geel over om aanspeelbaar te worden en sluit speler 10 van geel aan.
- Optie 2: op moment dat speler 7 van geel wordt ingespeeld aan de lijn, gaat speler 10 van geel diep zonder bal en komt speler 9 van geel in de bal. Speler 2 van geel kan vervolgens de as inlopen om de organisatie te bewaken.
- Optie 3: Speler 7 van geel komt vrij tussen de linies, doordat NTCT niet doordekt. Speler 3 van geel speelt hem in en speler 7 van geel kan draaien. Speler 9 van geel gaat diep aan balkant, speler 8 van geel aan niet balkant.