Aan de spelers vertellen hoe belangrijk de counterpressing is, is natuurlijk niet voldoende om jouw team er beter in te laten worden. Je zult hier ook aandacht aan moeten besteden op de training. Na het artikel over de basisprincipes van counterpressing, nu de vertaling naar de praktijk van het trainingsveld.
Tekst: Paul van Veen
Om de spelers het idee en het nut van counterpressing uit te leggen is de uitspeelvorm 5 + K tegen 4 + K misschien wel de beste vorm. Je laat het 5-tal iedere keer met de bal beginnen. Het vijftal zal merken dat het helemaal niet zo eenvoudig is om te scoren, ondanks dat ze een speler meer hebben.
Oefenvorm 2436
De grootste kans om te scoren is misschien wel wanneer het viertal de bal veroverd heeft en zelf denkt aan aanvallen. Immers, dan gaat de spelers uit elkaar (groter) staan en als je dan als vijftal de bal weet te veroveren, dan is er opeens veel meer ruimte tegen een ongeorganiseerde tegenstander. We kiezen er hier bewust voor om het vijftal ook een keeper te geven, zodat het voor het viertal moeilijker wordt om te scoren. Als je immers het viertal de gelegenheid geeft om te scoren in een leeg doel of kleine doeltjes, zullen ze vaker van afstand gaan schieten.
Je kunt hierbij de volgende puntentelling invoeren: als het viertal de bal veroverd heeft, dan telt elk doelpunt voor twee (of deze nu door het viertal of vijftal gescoord wordt).
Je wilt door middel van deze oefenvorm spelers laten inzien dat de kwetsbare plek bij het viertal er pas is als ze zelf de bal hebben. Slimme verdedigers zullen snel inzien dat het zelf aanvallen helemaal niet zo gunstig is en slimme aanvallers zullen inzien dat het helemaal niet zo erg is om een keer de bal te verliezen, omdat dan de tegenstander kwetsbaar is en er voor twee punten gespeeld gaat worden.
Belangrijk voor het bewustzijn van spelers is om na afloop te bespreken wat ze gezien hebben. Deze oefenvorm is uitstekend geschikt als eerste stap naar counterpressing. Het geeft goed aan dat het spelen tegen een ongeorganiseerde tegenstander na het veroveren van een bal vaak makkelijker is dan het spelen tegen een tegenstander die georganiseerd is en helemaal gericht op het verdedigen. Het nadeel van deze vorm is dat het nog niet zo belangrijk is om direct druk te zetten: immers het scoren is relatief moeilijk voor het viertal.
Je kunt er zelfs voor kiezen om het vijftal een ‘geheime’ opdracht mee te geven. Als ze de bal verliezen, binnen 5 seconden weer veroveren en vervolgens binnen 10 seconden een scoringskans krijgen, dan krijgen ze drie punten.
Een logische vervolgstap is om het makkelijker te maken om te scoren voor het viertal. Je kunt dit doen door bijvoorbeeld te laten scoren op twee kleine doeltjes of een lege grote goal. Als je werkt met een grote goal, zou ik er voor kiezen om het viertal te verplichten om minimaal 1x over te spelen na balverovering om zo het vijftal wel even de kans te geven om de counterpressing toe te passen. Deze beperking kun je eventueel later weghalen.
Oefenvorm 1418: Uitspelen 5 + K tegen 4 op 2 kleine doeltjes
Vanuit deze vorm kun je vrij snel al overstappen op een partijspel. Hierbij kun je eenvoudig een partijspel 5 + K tegen 5 + K spelen, maar door de juiste spelregels te kiezen, kun je de counterpressing stimuleren. Zo kun je bijvoorbeeld de regel invoeren dat als je de bal verliest, deze binnen 5 seconden veroverd en vervolgens binnen 10 seconden een scoringskans krijgt, dat je dan een bonuspunt krijgt.
Oefenvorm 1431: Partijspel 5 + K tegen 5 + K
Als je merkt dat een team er voor gaat kiezen om de bal maar weg of uit te schieten als ze de bal net veroveren, bespreek dan dit met spelers. Het is namelijk een leermoment dat spelers bang zijn voor de counterpressing (en er dus het nut van in zien). Daarna is het belangrijk om de spelregels aan te passen, anders komt de doelstelling er niet uit. Dan kun je er voor kiezen om beide teams een bonuspunt te geven als ze binnen 10 seconden (afhankelijk van grootte van het veld) tot een scoringskans komen. Dan motiveer je het team dat de bal net veroverd heeft er ook om er uit te voetballen (en dus meer risico te nemen).
Een andere vorm die uitstekend gebruikt kan worden in de counterpressing is het positiespel 4 tegen 4 plus drie (of twee) neutrale spelers, waarbij de neutrale spelers in het midden van het veld staan en de spelers in balbezit aan de zijkant. Door deze opzet is de counterpressing heel duidelijk en herkenbaar. Door de duidelijke veldbezetting wordt iedere speler gedwongen om na balverlies meteen om te schakelen en na balbezit positie te kiezen.
Oefenvorm 1854: Positiespel 4 tegen 4 + 3 neutrale spelers | bij balbezit op zijde
Deze vorm kun je ook prima doen in 6 tegen 6 plus twee neutrale spelers of kun je werken met 1 of 3 neutrale spelers.
Tot op dit moment hebben we ons vooral gericht op zeer overzichtelijke oefenvormen. In de wedstrijd is er vaak wat meer chaos, zoals Pepijn Lijnders ook al uitlegde in zijn interview, daarom wil je deze chaos ook in jouw trainingsvormen naar voren laten komen.
Oefenvorm 806: Positiespel 6 tegen 3: Driekleurenspel
Een bekende vorm is het driekleurenspel. In deze vorm zijn er 3 teams van 3 spelers en spelen twee teams een positiespel 6 tegen 3. Het team dat de bal verliest, wordt vervolgens de partij die moet meteen verdedigen (spel gaat door) en probeert snel de counterpressing toe te passen.
Een variatie op het driekleurenspel is een oefenvorm van Steven Turek, die eerder schreef over de basisprincipes van de counterpressing: een omschakelspel waarbij ieder team twee goals heeft. De vorm begint waarbij elk team een eigen bal heeft en deze overspelen. Op het moment dat de coach een kleur roept, probeert dan te team te scoren op één van hun twee doelen, terwijl de andere twee teams dat proberen te verhinderen.
2437: Driekleuren omschakelspel waarbij ieder team 2 goals heeft
In de counterpressing heb je vaak één speler die druk geeft op de balbezittende speler, terwijl andere spelers proberen passlijnen af te schermen. Het positiespel 6 tegen 3 met centrale zone (ook van Steven Turek), is een vorm die daarbij kan helpen. Het 6-tal speelt hierbij op balbezit, waarvan er één in het centrale vak staat (blauwe verdedigers mogen daar niet komen). Het gele team mag maximaal 5 passes spelen en dan moeten ze een keer via de centrale speler spelen. Als blauw de bal verovert, dan mag er overal gespeeld worden en proberen ze te scoren op één van de vier doeltjes. De centrale gele speler zal zo snel mogelijk druk zetten en de overige spelers moeten de passlijnen (naar de goals) afschermen.
Oefenvorm 2438: Positiespel 6 tegen 3 met centrale zone met 1 aanvaller
Een andere goede oefenvorm om te doen is het positiespel 6 tegen 6 met 2 neutrale spelers. De neutrale spelers zijn - zoals je gewend bent - bij het team dat in balbezit speelt, maar in de eerste vijf seconden na balverlies zijn ze nog bij de verdedigers en helpen ze bij de counterpressing. Als het team dat de bal veroverd heeft, lukt om de bal 5 seconden in bezit te houden, dan gaan de neutrale spelers naar dat team over. Tel hierbij als coach hardop om voor duidelijkheid te zorgen.
Oefenvorm 2439: Positiespel 6 tegen 6 plus 2 neutrale | Bij omschakeling blijven neutrale verdedigers
Sowieso is het tellen van de coach een goede tip. Deze kun je in meer situaties doen, zoals bijvoorbeeld ook het positiespel 4 tegen 4 plus 2 neutrale spelers. Ga bij het balverlies tellen om zo spelers duidelijk te maken dat dit een moment van counterpressing is en ze er vol voor moeten gaan.
Oefenvorm 1742: Positiespel 4 tegen 4 plus 2 neutrale spelers
Als je spelers met een hoge intensiteit wilt laten counterpressen, dan is het belangrijk om de arbeids-rust verhouding in de gaten te houden. Je kunt dit doen door korte sessies van druk zetten. Dit kan bijvoorbeeld in de volgende organisatie bij het positiespel 5 tegen 2. Laat de twee verdedigers inspelen en laat het spel bijvoorbeeld maximaal 10 seconden lopen. Lukt het de aanvallers om de bal 10 seconden in bezit te houden of lukt het de verdedigers om binnen 10 seconden de bal te veroveren? Na 10 seconden is de serie altijd klaar. Tel ook hierbij als coach hardop.
Oefenvorm 2277: Positiespel 5 tegen 2 | Start met pass verdedigers
In de volgende oefenvorm zit een dubbele counterpressing [1955]. In het middelste vak spelen we een positiespel 4 tegen 2, maar als het tweetal de bal veroverd, spelen zij in het grote vak 6 tegen 4. Vergeten spelers te counterpressen, dan moeten ze opeens in de grote ruimte verdedigen.
Een andere vorm is het omschakelspel 6 tegen 3 in 2 vakken met drie teams (oefenvorm 1551). Als in deze vorm het blauwe team de bal veroverd, dan proberen ze naar het rode team te spelen. Als geel (die een overtal rondom de bal heeft) niet op tijd weet te counterpressen, dan zullen zij de nieuwe verdedigers zijn. Ook hier zullen spelers counterpressen uit ‘eigenbelang’ en dus zul je impliciet werken aan de counterpressing.
Oefenvorm 1551: Positiespel 6 tegen 3 in 2 vakken met 3 teams
Tot slot
Belangrijk is dat de counterpressing in het ‘systeem’ van de spelers komt, dus als je dit jouw team aan wilt leren, dat je er dan in bijna iedere vorm aandacht aan besteed. Hopelijk inspireren deze oefenvormen jou om zo jouw team beter te maken in de counterpressing.