Inloggen
';
";
TrainersMagazine
De Oefenstof Database
U bent niet ingelogd. Inloggen
Abonneer
Variëren in het positiespel: gebruik maken van vakken
| Bedankt voor uw mening!
Maandag 30 Juli 2018

We weten inmiddels hoe belangrijk het is om in jouw oefenstof te variëren. Het introduceren van vakken zorgt niet alleen voor de nodige variatie, maar de spelregels die daarbij horen, zijn een ideaal middel om de spelers impliciet te laten leren. In dit artikel worden de mogelijkheden op een rij gezet om te werken met vakken in het positiespel.

Tekst: Paul van Veen

De meest eenvoudige vorm van het gebruik van vakken in het positiespel in door een positiespel met gelijke aantallen te spelen en daarna de ruimte over twee vakken te verdelen. Stel je hebt 12 spelers dan kun je het rechtervak 6 tegen 4 spelen (zie oefenvorm 815 hieronder) en als blauw de bal verovert, dan spelen ze de bal naar hun twee teamgenoten in het andere vak en dan gaat blauw daar 6 tegen 4 spelen.

Tip: in dit soort vormen wil je vaak een snelle omschakeling, zorg daarom dat de ballen bij jou als trainer liggen.

Je kunt dit ook in kleinere aantallen doen, door bijvoorbeeld 3 tegen 2 te spelen:

Oefenvorm 1550: Positiespel 3 tegen 2 in 2 vakken

Of door een kleine aanpassing, het verder uit elkaar zetten van de vakken, wordt de omschakeling zwaarder. Immers er zijn meer meters te overbruggen en niet op tijd omschakelen kan jouw team in de problemen brengen:

Oefnvorm 1895: Positiespel in 2 vakken op grote afstand 

Een uitbreiding hiervan is te werken in drie teams. Je krijgt dan eigenlijk een soort driekleurenspel, waarbij het team dat de bal verspeeld de bal de verdedigende ploeg wordt. In onderstaande oefenvorm is het blauwe team de verdedigers. Er wordt 6 tegen 3 gespeeld en als de bal verplaatst wordt, dan gaan de andere drie blauwe verdedigers verdedigen:

Oefenvorm 1551: Positiespel 6 tegen 3 in 2 vakken met 3 teams

Ook deze vorm kun je weer uitbreiden. Door de verdedigers niet aan de zijkant te laten wachten, maar door deze in het midden te zetten (en zo de passlijnen af te schermen), maak je het voor de aanvallers extra moeilijk om de bal naar de andere kant te verplaatsen.

Oefenvorm 2441: Positiespel 8 tegen 4 in 3 vakken | Driekleurenspel |2 verdedigers in middenvak

Positiespel met ongelijke aantallen
Tot zover hadden we het vooral over de positiespelen met gelijke aantallen, ook al zorgde de vakken en de spelregels er voor dat dat per vak kon verschillen. 

Een eenvoudige vorm is het positiespel 6 tegen 4, waarbij er 2 verdedigers per vak staan. Doordat er maximaal 4 aanvallers per vak mogen, wordt er in beide vakken 4 tegen 2 gespeeld en zijn het dit keer de aanvallers die snel moeten bijsluiten om er voor te zorgen dat er een overtal behouden wordt.

U kunt deze ook doen door alle spelers over te laten schuiven (dus ook de verdediger), zie onderstaande vorm 4 tegen 1 in 2 vakken. Een goede spelregel is hier dat spelers minimaal 5 en maximaal 10 keer mogen overspelen voordat ze van vak mogen wisselen.

Oefenvorm 2065: Positiespel in 2 vakken - meebewegende verdedigers 

Onderstaande oefening is ook bijzonder geschikt als u bijvoorbeeld graag een traditionele rondo doet voor de training. U kunt er dan een 7 tegen 1 of 8 tegen 2 van maken. Als het weer wat kouder wordt, zet dan 1 speler in een ander vak en laat de spelers wisselen van vak. Zo blijven de spelers een stuk warmer dan een reguliere rondo.

Ook hier kunt u gebruik maken van verdedigers in het middenvak. In onderstaande oefening wordt weliswaar in beide vakken 4 tegen 2 gespeeld, maar doordat er twee extra verdedigers in het middenvak zijn, moeten ze die ook passeren bij het vooruit spelen en zorgt voor een extra uitdaging voor de spelers.

Oefenvorm 2440: Positiespel 8 tegen 4 in 3 vakken | 4 tegen 2 met 2 verdedigers in middenvak

Middenvak met verdedigers
Wil je je echt helemaal concentreren op het afschermen van de passlijn, dan kun je ook kiezen voor een positiespel 6 tegen 3, waarbij de verdedigers alleen in het middenvak mogen staan, zoals te zien is in onderstaande oefening: 



Je kunt er ook voor kiezen dat er maximaal één speler mag uitstappen uit het vak, zie oefenvorm 1893. Hierbij mogen de verdedigers niet kruizen (om ze zo voor te bereiden op het zonevoetbal).

 

Oefenvorm 1893: Positiespel met ook verdedigers in middenvak - verdedigers kruisen niet

Je kunt dit voor de verdediger duidelijker maken door elke aanvaller en verdediger een nummer te geven. Verdediger 2 mag alleen druk geven op aanvallers 2. Je kunt deze doen als oefenvorm 1893 (er mag maar één verdediger het middenvak uit), maar je kunt deze beperking ook los laten en de verdedigers vrij in hun vak te laten bewegen.
 

Oefenvorm 1896: Positiespel in meerdere vakken naast elkaar

Werken in vier of meer vakken
Eigenlijk hebben we hierboven al de stap gemaakt naar vier vakken. Je kunt de vakken naast elkaar zetten zoals in 1896, maar je kunt er ook een groot vierkant van maken, zoals te zien is in oefenvorm 1890. Weer wordt er in elk vak 2 tegen 1 gespeeld, maar je zult zien dat het moeilijker wordt voor de aanvallers, omdat ze minder ver uit elkaar kunnen gaan staan.
 

Oefenvorm 1890: Positiespel in meerdere vakken

In bovenstaande is er in ieder vak een gegarandeerd overtal, maar je kunt er ook voor kiezen om in ieder vak met gelijke aantallen te spelen. In onderstaande vorm spelen we bijvoorbeeld 1 tegen 1 in ieder vak. 

Oefenvorm 2442: Positiespel 1 tegen 1 in 4 vakken

Of neutrale spelers (die vrij spel hebben) te introduceren, zodat je soms wel en soms geen overtal hebt:

Oefenvorm 2073: Positiespel 4 tegen 4 + 2 neutrale | in 4 vakken 1 tegen 1

Je kunt ook alleen de aanvallers beperken in hun vak. Qua organisatie is oefenvorm 2232 identiek aan bovenstaande, maar nu hebben de verdedigers geen beperking meer. Dit betekent dat aanvallers als ze niet snel genoeg handelen in een ondertal kunnen komen te staan.

Oefenvorm 2232: Positiespel 4 tegen 4 plus 2 neutrale | Aanvaller in vast vak

In plaats van te werken met vaste vakken, kun je deze vorm ook weer verder uitbouwen. Door er 9 vakken van te maken en alleen de beperking te maken dat er per vak maximaal 2 aanvallers en 1 verdediger mag staan, krijg je een hele interessante oefenvorm, die de spelers continu laat kijken en nadenken (oefenvorm 1891):

Meer ballen
Om spelers extra prikkels te geven, kun je ook werken met meerdere ballen. Door oefenvorm 2065 (zie boven) twee keer naast elkaar neer te zetten, krijg je de volgende oefenvorm 2070. Het interessante van deze oefenvorm is dat aanvaller 5 de bal niet alleen van onder kan krijgen, maar ook vanaf rechts. De teams in balbezit moeten dus niet alleen snel bijsluiten na de pass, maar ook kijken welk vak er vrij is.
 

Oefenvorm 2070: Positiespel 4 tegen 1 in 4 vakken

Ook oefenvorm 1896 is uitermate geschikt om een tweede bal aan toe te voegen, zoals te zien is in oefenvorm 1897:

1897: Positiespel in meerdere vakken naast elkaar (2+ ballen)

Verboden vakken
Als je spelers wilt leren vrijlopen, dan is de oefenvorm 3 tegen 1 met verboden zone een uitstekende oefenvorm om te doen. Doordat de aanvallers niet in het middelste vak mogen komen, worden ze door de spelregels gedwongen om uit de rug van de tegenstander te bewegen, zodat de speler in balbezit altijd twee opties heeft:

1047: Positiespel 3 tegen 1 met verdediger in afgebakende ruimte

Je kunt deze vorm ook in een driehoek doen (al geeft deze meteen een hele andere dimensie):

1366: Positiespel 3 tegen 1 met verboden zone

Of juist als 2 tegen 1 met een vierkant in het midden als verboden zone, waar spelers uit de rug van de tegenstander moeten lopen. Hierbij moeten ze opletten zeker niet te dichtbij aan te bieden, omdat het anders niet bij te lopen is voor jouw medespeler:

1046: Positiespel 2 tegen 1 met verboden zone

Je kunt een vierkant als verboden zone ook gebruiken om bijvoorbeeld de spelers te verplichten te bewegen na de pass. In dit positiespel moet de speler altijd naar de positie lopen naar wie de bal gespeeld is. Het tweede voordeel van deze oefenvorm is dat je heel eenvoudig een positiespel 4 tegen 2 met andere aantallen spelers kan spelen.

Oefenvorm 2014: Positiespel 4 tegen 2 met 7 of meer spelers

Naast een vierkant of een driehoek, kun je natuurlijk ook in andere vormen maken. Een populaire vorm van dit moment is het gebruiken van een zeshoek:

 

Oefenvorm 2225: Positiespel 6 tegen 3 omschakelspel in zeshoek

Van groot vak naar klein vak (of andersom)
De afgelopen jaren zijn er een aantal leuke oefenvormen ontstaan, mede door de intrede van de counterpressing. Hierin wordt er bijvoorbeeld in het kleine vierkant een positiespel 4 tegen 2 gespeeld, maar als blauw de bal veroverd, worden zij aanvallers en gaan zij in het grote vak op balbezit spelen (6 tegen 4).

Oefenvorm 1955: Positiespel 4 tegen 2 in centraal vak, 4 tegen 6 in groot vak

Een bijzondere oefenvorm is oefenvorm 2082. Hier wordt 4 tegen 4 in het middenvak gespeeld. Rondom het vak staan 4 spelers per team. Zij proberen deze spelers in te spelen en weer terug te spelen naar het middenvierkant. Als een speler op de zijde wordt aangespeeld mag deze worden aangevallen door de speler die ook daar staat. Voor het gele team is dit andere druk (druk van achteren) dan voor een blauwe speler (druk komt van voren). Kunnen ze hier mee omgaan?

Oefenvorm 2082: Positiespel 8 tegen 8 met 4 tegen 4 in middenvak

Scoren door middel van een pass door een vak
Je kunt vakken gebruiken voor beperking van spelers, maar je kunt ook vakken gebruiken als scoringsmogelijkheid. Hierdoor wordt het voor de aanvallers extra aantrekkelijk om door heen te spelen en voor de verdedigers extra belangrijk om af te schermen. Een bekende vorm hierin is het positiespel 7 tegen 2 van Diego Simeone met de driehoek in het midden, maar hij werd ook bij Ajax gezien (oefenvorm 1749):



Het idee is duidelijk: je wilt namelijk graag dat er diep gespeeld wordt en niet breed om de verdedigers heen. Een andere vorm om spelers te stimuleren in grotere positiespelen is door het aanbrengen van een passvak. Een team kan scoren door de bal door dat passvak heen te spelen, maar er mogen geen spelers door dat passvak lopen (verboden zone):
 

Oefnvorm 1909: Positiespel met scoren door passvak


Meer mogelijkheden
Er zijn nog meer mogelijkheden om te variëren met de vakken. Zo liet Paul Simonis vorig jaar om het online trainerscongres een vorm met twee vakken zien waarin er één speler in beide vakken meespeelde. De overige spelers moeten opletten of de speler aanspeelbaar is:

Oefenvorm 2443: 4 tegen 1 in 2 vakken | 1 speler speelt met allebei mee

Je kunt deze vorm vereenvoudigen door de vakken schuin tegen elkaar te zetten. In plaats van 360 graden hoeft de verdediger nu 'maar' 180 graden in de gaten te houden, iets wat realistischer is. De speler zal nu wel moeten bewegen. Dat kun je zien als moeilijker (immers je zult daadwerkelijk moeten bewegen), maar ook makkelijker (het is immers duidelijker te zien wanneer een speler aanspeelbaar is).

Oefenvorm 2444: Positiespel 4 tegen 1 in 2 vakken | Dwars | 1 speler speelt met allebei mee

Een andere vorm die niet echt in een categorie te vangen is, is een vorm uit het boekje van Mourinho. Hij verdeelde het veld in allemaal vakken en verplichte de spelers om iedere pass diagonaal te spelen, anders is de bal voor de tegenstander:

Oefenvorm 2088: Positiespel met alleen diagonale passes

Tenslotte:
Het spelen met vakken in een positiespel is geen doel op zich, maar dit artikel geeft aan dat er tal van mogelijkheden zijn. De basis van de training blijft altijd jouw doelstelling en laat je dan inspireren door bovenstaande oefenvormen. 
 

Wil je het hele artikel lezen?

Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op De Oefenstof Database. Je hebt al toegang tot alle artikelen, 2000+ oefenvormen en honderden trainingen voor 27 euro per jaar.

Abonneren voor €27


Toegang tot De Oefenstof Database is gratis voor totaalabonnees op TrainersMagazine