In dit artikel kijken we naar een oefenvorm om tussen de linies door te spelen. We proberen de spelregels van de vorm zo te kiezen dat de spelers automatisch in een situatie worden gebracht waar ze gestimuleerd worden door de linies heen te spelen.
Tekst: Paul van Veen
Er is gekozen voor een oefenvorm die je nog niet zo vaak op de velden ziet, maar een uitstekende oefenvorm is om tussen de linies door te spelen.
Bewaren voor later? Sla deze oefenvorm op als favoriet (oefenvorm 2572 in De Oefenstof Database)
In deze vorm kiezen we voor een positiespel (van bijvoorbeeld 5 tegen 5) met vier neutrale spelers. Het veld wordt verdeeld in drie vakken: twee eindvakken en een speelvak. In beide eindvakken staan twee neutrale spelers.
In het middenvak wordt er vervolgens een positiespel 5 tegen 5 gespeeld. De bedoeling is om een neutrale speler van in het eindvak aan te spelen. Vervolgens proberen die spelers de bal weer terug bij het vijftal te krijgen, het spel te verplaatsen naar de neutrale spelers in het andere eindvak te spelen. Lukt het om van eindvak naar eindvak te komen, verdienen dat team een punt (en houdt balbezit). Het spel gaat, op uitballen na, altijd door.
Over de grond
Gezien de doelstelling is het belangrijk om alleen passes over de grond toe te staan. Anders krijg je een spel waar het accent komt te liggen op de verre, vaak hoge, pass. Op zich geen enkel probleem om dat wel toe te staan, maar in dit geval past dit niet in de gekozen doelstelling.
Neutrale spelers vrij
Bewust wordt er voor gekozen dat in het eindvak alleen de neutrale spelers mogen komen. Dit betekent dat er geen gele of blauwe speler in dat vak komen. Hierdoor komt het accent extra te liggen op het door de linies heen passen en hoeven de neutrale spelers zich alleen te richten op het vrij maken van de passlijn (en niet zo zeer in het loskomen van de tegenstander).
De neutrale verdediger
Natuurlijk zijn er verschillende mogelijkheden om dit uiteindelijk moeilijker te maken voor de neutrale spelers. Zo kun je bijvoorbeeld één ‘neutrale verdediger’ toevoegen aan het positiespel.
Deze speler probeert dan de ‘neutrale aanvallers’ onder druk te zetten en dit dwingt vervolgens de ‘neutrale aanvaller’ om niet alleen op de passlijn te letten, maar ook op deze verdediger. Dit betekent dat spelers naast het letten op de passlijn ook om zich heen moeten kijken. Dit moeten spelers ook in de wedstrijd doen, dus absoluut een tip om deze vervolgstap ook te oefenen.
Een andere mogelijkheid is dat het team dat de bal moet veroveren in het vak mag komen, nadat de neutrale spelers zijn aangespeeld. Door het toevoegen van deze regel worden de spelers van voren onder druk gezet. Ook hier kun je weer gradaties in aanbrengen, je kunt bijvoorbeeld maximaal één verdediger of bijvoorbeeld twee verdedigers druk laten geven. Bedenk wel goed of je dit echt wilt als je dit onderwerp traint. Immers, het accent kan bij het terugspelen in het middenvak meer komen te liggen op het uitspelen van die verdediger dan het door de linies heen spelen.
Overspelen
Vanzelfsprekend is het toegestaan voor de neutrale spelers - eenmaal in balbezit - om in het vak over te spelen. Een essentieel onderdeel van door de linies heen spelen is de bal verplaatsen om zo de tegenstander te dwingen een nieuwe positie te kiezen. Je moet hierbij altijd de woorden van Guardiola in je achterhoofd houden. Het overspelen is geen doel op zich, maar een middel om de tegenstander uit positie te brengen: Move the opponent, not the ball.
Afmetingen
Zoals je wellicht vaker gehoord hebt, zijn de afmetingen afhankelijk van de kwaliteit van de spelers. Een uitstekend basisformaat is ongeveer 40 meter breed en 30 meter lang. Beide eindvakken zijn ook nog eens 10 meter lang. Maar hierbij blijft het oog van de trainer altijd belangrijk. Dit kan namelijk voor de kwaliteit van jouw team te groot of juist te klein zijn.
Problemen met het in bezit houden van de bal?
Het kan gebeuren dat spelers moeite hebben met het in bezit houden van de bal, omdat ze niet vaardig genoeg zijn aan de bal.
Je kunt er in dat geval voor kiezen om met 1 of 2 neutrale spelers in het veld te gaan spelen, zodat het makkelijker wordt om de bal te houden. Natuurlijk kun je er ook voor kiezen om het veld groter te maken.
Waarom kiezen voor een eindvak?
Het kiezen voor een eindvak lijkt misschien op het eerste oog niet belangrijk, maar is het uiteindelijk wel. Immers, wanneer je als puntentelling van de ene naar de andere kaatser laat spelen en je de kaatser op een lijn laat spelen, dan kunnen ‘slimme spelers’ namelijk voor de kaatser gaan staan, waardoor je een nogal vreemd verloop van de oefenvorm krijgt.
Maar zelfs als spelers dit niet gaan doen, heb je bij een eindvak meer ruimte om te passen en zul je meer passes door de linie heen zien.
De bus parkeren
Het kan je als trainer overkomen dat teams in de vorm ‘de bus gaan parkeren’. Dat ze geen druk meer op de bal gaan geven, maar met vijf spelers de lijn naar het eindvak gaan verdedigen en dan is het heel lastig om hier doorheen te komen.
Om hier als trainer een antwoord op te hebben, kun je een aantal dingen doen. Allereerst is het belangrijk om de spelers te complimenteren. Immers, ze hebben een slimme oplossing gevonden.
Optie 1: Het coachen van de spelers
De eerste optie is om de spelers te coachen dat dit niet de bedoeling is en dat je als trainer meer druk op de bal wilt zien. Sommige trainers zullen dit niet als gewenste oplossing zien, maar het is zeker een mogelijkheid.
Optie 2: Breder maken
Een andere optie is om het veld breder te maken. Als het veld breed is én geen druk op de bal, zal het bijna onmogelijk worden om de gaten tussen spelers dicht te houden.
Optie 3: Het toestaan van de hoge bal
Om spelers te dwingen druk op de bal te geven, kun je (tijdelijk) een hoge bal toestaan en eventueel het vak dieper maken. Hierdoor worden spelers automatisch weer gedwongen om niet voor het vak te blijven hangen en druk te geven op de bal. Doen ze dit niet, wordt de bal eenvoudig over ze heen gespeeld. Hierbij kun je eventueel de regel toevoegen dat aanspelen over de grond voor twee punten geldt en aanspelen door de lucht voor een enkel punt, om spelers op die manier toch te stimuleren als het even kan voor de pass over de grond te kiezen.
Optie 4: Twee keer naar hetzelfde eindvak
Een andere optie is om het middelste speelvak ook weer in twee vakken op te delen.
Als er via de neutrale spelers in de bovenste eindvak is gespeeld en het team in balbezit komt over de middenlijn, dan mogen ze ook weer naar het bovenste vak. Ook hier kun je de regel toevoegen dat aanspelen aan de overzijde voor bijvoorbeeld drie punten geldt en terug naar hetzelfde vak voor slechts één punt telt. Hierdoor stimuleer je de partij in balbezit toch om het eindvak aan de andere kant te zoeken. Let op dat deze vorm wel voor iets meer chaos zorgt, dus zorg er voor dat jouw team daar aan toe is.
Gerelateerde oefenvormen
Als je als trainer de gehele training in het teken wilt laten staan van het spelen door de linies heen, kun je er voor kiezen om voorafgaand een oefenvorm te waarbij de verdedigers in een middenvak staan, zoals te zien is in deze oefenvorm.
Bewaren voor later? Sla deze oefenvorm op als favoriet (oefenvorm 2573 in De Oefenstof Database)
Deze vorm kun je verder vereenvoudigen naar een pass- en trapvorm in de warming-up, zoals bijvoorbeeld deze vorm:
Bewaren voor later? Sla deze oefenvorm op als favoriet (oefenvorm 2573 in De Oefenstof Database)
Geloof jij niet in het nut van pass- en trapvormen? Voeg dan een verdediger toe in plaats van het spelen door een poortje:
Bewaren voor later? Sla deze oefenvorm op als favoriet (oefenvorm 2574 in De Oefenstof Database)