Inloggen
';
";
TrainersMagazine
De Oefenstof Database
U bent niet ingelogd. Inloggen
Abonneer
Spelprincipe diepte voor breedte | Stephan Bloemendal
| Bedankt voor uw mening!
Woensdag 20 Februari 2019

In deze Oefenstof Special laat Stephan Bloemendal (Vroomshoopse Boys JO19-1) zien hoe hij traint op het spelprincipe 'Diepte voor breedte'.

Tekst: Tom Druppers | Beeld: Stephan Bloemendal

“Diepte voor breedte is één van de belangrijkste accenten die ik probeer in te slijpen bij mijn team. Het voordeel van dit spelprincipe is in mijn ogen dat je in balbezit in staat bent een tegenstander continu onder druk te zetten, als je het goed uitvoert. Natuurlijk is het niet verboden om een breedtepass te spelen. Het kan namelijk best nuttig zijn om de bal zo nu en dan van kant te wisselen, omdat er dan juist aanspeelopties in de diepte ontstaan.”

“Als de optie er is om diep te spelen, wil ik dat mijn spelers die mogelijkheid ook benutten. Vaak zijn tegenstanders de eerste keer nog bij machte dat tegen te houden en de voorwaartse pass te onderscheppen. De kunst is juist om het consequent vol te houden tijdens een wedstrijd. Op die manier dwingen we tegenstander naar hun eigen doel, waardoor wij juist in staat zijn om vooruit te verdedigen en kansen te creëren op de speelhelft van de tegenstander.”

De intentie hebben om diep te spelen is één, maar het ageren en reageren van het team op het moment dat de mogelijkheid om diep te spelen is net zo belangrijk. “Beweging zonder bal is dan essentieel. Zo zie ik graag dat er loopacties in de diepte gemaakt worden aan de contrakant, op het moment dat bijvoorbeeld onze linkermiddenvelder in balbezit komt. Dat betekent dat de rechtsbuiten met een loopactie ruimte achter de laatste lijn van de tegenstander moet zoeken. Daarmee dwingt hij de verdedigers van de tegenstander tot nadenken. Wanneer ze meelopen met onze diepgaande rechtsbuiten kan hij weliswaar niet aangespeeld worden, maar ontstaat er wel ruimte voor medespelers om aangespeeld te worden.”

Toch kleven er ook risico’s aan het hanteren van het spelprincipe diepte voor breedte. “Soms constateer ik nog wel eens dat spelers erg gehaast voor diepte kiezen, terwijl er nauwelijks goede aanspeelmogelijkheden zijn. Dan verzand je in haastig dieptespel, zonder dat je in staat bent om in balbezit te blijven. Daarnaast is het bewaken van de restverdediging belangrijk. Vanuit het omschakelmoment naar balbezit proberen we direct veel mensen voor de bal te krijgen, zodat we ook echt spelers hogerop het veld kunnen bereiken. Als onze rechtsback dan mee opkomt, moet de linksback naar binnen knijpen. Op die manier kunnen we diepte voor breedte spelen, maar zijn we ook in staat een counter van de tegenstander af te stoppen wanneer we de bal verliezen.”


Oefenvorm 1: Positiespel in combinatie met afwerken
 
Bewaren voor jouw archief? Te vinden onder 2534 in De Oefenstof Database

Organisatie
• In de as van het veld (met opzet rondom de middenlijn, zodat er ook echt op diepte
gespeeld kan worden) wordt een positiespel 4 tegen 3 gespeeld
• Bij 3 keer overspelen door het op balbezit spelende team in het rechthoek in de as moet de bal in de diepte gespeeld worden
• De bal wordt ingespeeld op een flankspeler die de bal aansnijdt en in zo min mogelijk
balcontacten vanuit de tweede lijn schiet op doel

Coaching
• (In het positiespel) een hoog baltempo nastreven zodat er zo snel mogelijk diep
gespeeld kan worden
• (In het positiespel) zo bewegen dat de ruimten optimaal bezet zijn en er ook makkelijk diep gespeeld kan worden
• (Als buitenspeler) op het juiste moment starten. Kijkgedrag zo inzetten dat er gevolgd wordt wat er in het positiespel gedaan wordt
• (Als buitenspeler) de bal voorwaarts aannemen om zo snel mogelijk op doel te kunnen schieten


Oefenvorm 2: Afwerkvorm met kijkgedrag



Bewaren voor jouw archief? Te vinden onder 2535 in De Oefenstof Database

Organisatie
• De trainer heeft twee hesjes vast, een oranje en gele. Oranje staat voor terugspelen, geel voor diepte zoeken
• Speler 1 speelt speler 2 in. Speler 2 moet al voor het ontvangen van de bal over de
schouder hebben gekeken. Oranje? Opendraaien, diepte zoeken d.m.v. een dribbel en afwerken. Geel? Uitkaatsen in de breedte op speler 3 die dezelfde oefenvorm uitvoert speler 4. Dit kan vervolgd worden tot nog twee spelers, waarna de bal in plaats van links naar rechts gaat in de oefenvorm, ook van rechts naar links kan gaan
• De oranje rondjes in de tekening kunnen bijvoorbeeld dummy’s zijn

Coaching
• Spelers 2, 4 en 6 proberen zich zo te positioneren dat ze makkelijk in de diepte
kunnen kijken
• Bal hard inspelen door speler 1, 3 en 5 om zo spelers te dwingen onder druk snel te
handelen
• Bal vooruit aannemen en in minimaal aantal handelingen proberen de dribbel in zetten en een 1 v 1 opzoeken met de keeper


Oefenvorm 3: Positiespel met afwerken op kleine doelen 


Bewaren voor jouw archief? Te vinden onder 2536 in De Oefenstof Database


Organisatie
• De bal start bij de speler in het geel achter de oranje lijn. Hij moet verplicht in de diepte spelen op zijn medespeler. Daarna is het van belang zo snel mogelijk aan te sluiten en een 2 tegen 1 uit te spelen en tot scoren te komen op het kleine doeltje achter het veld.
• Weet de verdedigende speler te bal te onderscheppen, moet hij zo snel mogelijk de bal uitverdedigen naar de zijkant op de doeltjes die aan de buitenkant staan
• Scoort geel → 1 punt
• Scoort blauw → 2 punten
• Scoren geen van beide in een ronde? → Beide punt eraf
• Nadruk ligt op het diep spelen in deze vorm, omdat de breedte van het veldje maximaal 6 meter mag zijn. Spelers worden door de afgebakende ruimte gedwongen om diep te spelen

Coaching
• (Geel) Tegen de verdediger aan klimmen om vervolgens in de breedte ruimte te maken
• (Geel) Inspelende speler zo laten aansluiten, dat er diepte blijft tussen de twee gele spelers (niet in elkaar zakken)
• (Blauw) Lichaam open gedraaid plaatsen aan balkant
• (Blauw) Door de knieën zakken en laag blijven, bal veroveren is op tempo zijkant uitverdedigen)


Oefenvorm 4: Partijspel 5 tegen 5 met kaatsers


Bewaren voor jouw archief?  De basisvorm van dit partijspel is te vinden onder oefenstofnummer 40

Organisatie
• Partijspel 5 tegen 5 met keepers
• Op de achterlijn naast het doel waarop gescoord moet worden staan twee kaatsers
per team
• Om te scoren moeten spelers eerst ingespeeld hebben op de kaatsers naast het doel
• Er dient dus eerst diep gespeeld te worden en vanuit dit diep spelen verder gevoetbald te worden

Coaching
• (Kaatsers) passlijn open lopen op de achterlijn t.o.v. de bal
• (Kaatsers) ballen vanuit de kaats zo neerleggen, dat de balbezittende partij direct
kan doorspelen



Oefenvorm 5: Passen en trappen met diagonaal passen in de diepte


Bewaren voor jouw archief? Te vinden onder 2537 in De Oefenstof Database

Organisatie
• Pass- en trapvorm waarbij de dopjes 10 meter uit elkaar staan in een rechte lijn (kant A en kant B). De eerste pass start linksonder. De vooracties worden in de diepte gemaakt aan kant A. Spelers lopen constant naar het volgende station
• Speler 1 speelt naar 2, 2 kaatst uit op 1, 1 schuift in en speelt op 3, 3 legt de bal diagonaal terug om vervolgens door 2 weer diep te spelen op 4
• 4 neemt de bal om de pylon aan en speelt diagonaal op 5 in de as van het veld. 5 draait open en speelt richting 6
• Kant B is bereikt. Speler 6 speelt diagonaal op speler 7. 7 draait zelf open en speelt diep op 8, 8 draait open en speelt op 9. 9 opent diagonaal in de as op een diep uitzakkende 10. 10 dribbelt door en sluit aan bij de beginpositie van kant A

Coaching
• Het diep wegtrekken bij de directe tegenstander (dopje) op het juiste moment
• De bal zo inspelen, dat de persoon op het volgende station in maximaal 1 of 2 keer raken kan doorspelen
• De bal vooruit aannemen (niet in stilstand) en op die manier het tempo verhogen


Oefenvorm 6: Positiespel in combinatie met afwerken


Bewaren voor jouw archief? Te vinden onder 2538 in De Oefenstof Database


Organisatie
• In het onderste vak wordt een 2 tegen 1 gespeeld. Na minimaal 2 keer overspelen mag er diep gespeeld worden naar het volgende vak. De speler die de bal speelde moet inschuiven en in dat vak een overtal 3 tegen 2 creëren.
• Ook in dit vak moet twee keer worden overgespeeld voordat er naar het laatste vak gespeeld mag worden. De speler die de bal speelde moet inschuiven en een overtal 3 tegen 2 creëren
• In het laatste vak geldt geen verplichting voor het aantal keer overspelen en mag direct gescoord worden op de twee kleine doeltjes wanneer mogelijk

Coaching
• Baltempo erg hoog leggen om in een compacte ruimte snel vooruit te kunnen voetballen
• De inspeelpass diagonaal proberen in te spelen, zodat het moeilijker te verdedigen is
• Het inschuiven van een speler moet snel gebeuren, maar wel zo, dat er op hem
uitgehaald kan worden (ruimten niet dicht lopen)

 

Wil je het hele artikel lezen?

Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op De Oefenstof Database. Je hebt al toegang tot alle artikelen, 2000+ oefenvormen en honderden trainingen voor 27 euro per jaar.

Abonneren voor €27


Toegang tot De Oefenstof Database is gratis voor totaalabonnees op TrainersMagazine