Tijdens een wedstrijd zijn veel omschakelmomenten. Willem Weijs liet in maart dit jaar zien dat in de Eredivisie vijf omschakelmomenten per minuut zijn. In het jeugdvoetbal komen deze momenten nog vaker voor, daarom vind ik het ontzettend belangrijk om hierop te trainen. Vandaag de eerste vier oefenvormen uit deze serie.

Tekst: Thom Bleijerveld | Diagrammen: Bjorn Verbeij
 
Ik voeg aan vrijwel elke oefen- of partijvorm een omschakelelement toe. Dit probeer ik te doen door extra kleine goaltjes, door gebruik te maken van regels en eventueel door een (nieuwe) tweede bal in te spelen. In deze oefen- en partijvormen schakelen de spelers continu tussen aanvallen en verdedigen. Ook probeer ik chaoselementen toe te voegen, bijvoorbeeld door nieuwe spelers te laten instromen. Hierdoor zijn de spelers niet alleen bezig met de omschakelmomenten, maar moeten ze ook steeds anticiperen en reageren op veranderde situaties.


Oefenvorm 3003: Omschakelrondo
 



Uitleg:
- Omschakelrondo met drie vakken. In twee vakken wordt gespeeld, één vak is een tussenvak
- Het spel start met een 4 tegen 1 in het ene vak. De speler die balverlies leidt bij deze rondo (uit het vak passen of inleveren bij de verdediger) moet direct omschakelen naar het andere vak om daar als verdediger te fungeren
- Op het moment dat er een 4 tegen 1 wordt gespeeld in het ene vak, moet het viertal in het andere vak de bal rondspelen en goed opletten wanneer er een verdediger onderweg is

Coaching:
- Op balbezit en de 4 tegen 1 goed uitspelen
- Ter voorkoming baalmoment (direct omschakelen)
- Op de intensiteit van storen/omschakelen
- Op kijkgedrag (blijf omgeving scannen om te kijken of de situatie verandert)



Oefenvorm 3004: Van 2 tegen 1 naar 2 tegen 3
 



 
Uitleg:
- Het spel start op het signaal van de trainer met een 2 tegen 1
- Tegelijkertijd sprinten er twee spelers van blauw terug om er een 2 tegen 3 van te maken
- Als de eerste bal uit is (gescoord of uit het vak), speelt de trainer een tweede bal in (random)
- Als de tweede bal uit is, wordt dezelfde organisatie opnieuw neergezet
 
Coaching:
- Op balbezit en het uitspelen van een overtalsituatie
- Ter voorkoming baalmoment (direct omschakelen)
- Op de intensiteit van storen/omschakelen en/of terug sprinten
- Op kijkgedrag (blijf omgeving scannen om te kijken of de situatie verandert)
 


Oefenvorm 3005: Van 3 tegen 2 naar 4 tegen 4
 

 


Uitleg:
- Op het signaal van de trainer start tegelijkertijd een 3 tegen 2 op het grote veld, en een 2 tegen 1 op het kleine veld
- Op het moment dat de bal uit is of is gescoord bij de 2 tegen 1, schakelen de spelers van het kleine veldje om naar het grote veld
- Als de eerste bal uit is op het grote veld, speelt de trainer een tweede bal in (random)
 
Coaching:
- Op balbezit en het uitspelen van een overtalsituatie
- Ter voorkoming baalmoment (direct omschakelen)
- Op de intensiteit van storen/omschakelen en/of terug sprinten
- Op kijkgedrag (blijf omgeving scannen om te kijken of de situatie verandert)
 
 

Oefenvorm 3306: Van 3 tegen 2 naar 5 tegen 5



Uitleg:
- Op het signaal van de trainer start op beide veldjes een 3 tegen 2
- Op het moment dat er gescoord wordt op een veld, moeten de 5 spelers van dat veld omschakelen naar het andere veldje om er daar 5 tegen 5 van te maken
- Als er op dat veld wordt gescoord, speelt de trainer aan de overkant een bal in en is het 5 tegen 5 op alle 4 de goaltjes
 
Coaching:
- Op balbezit en het uitspelen van een overtalsituatie
- Ter voorkoming baalmoment (direct omschakelen)
- Op de intensiteit van storen/omschakelen en/of terug sprinten
- Op kijkgedrag (blijf omgeving scannen om te kijken of de situatie verandert)